Vertaling Marko Fondse & Hero Hokwerda
Een van de belangrijkste Griekse dichters van de laatste jaren is Nasos Vagenas (geb. 1945). In zijn bundel, Barbaarse oden, `bezingt’ hij de maan, de nacht, het duister, maar vooral de vrouw, de liefde en ook de poëzie. Dit zijn voor hem `kieren in het niets’, waardoor hij toch nog vóórtkan, nadat hij in zijn vorige bundels had vastgesteld dat hij het stellen moet `met wat overschoot’.
`Barbaarse poëzie’ is een aanduiding voor pogingen, in de vorige eeuw, om klassieke metra en strofenbouw (Sappho, Alcaelus) tot leven te brengen in de moderne talen. Vagenas hanteert dit begrip op een eigenzinnige manier, die weinig van doen heeft met de traditionele poëzie en alles met de moderne; tegelijk is zijn aanpak kenmerkend voor de eisen van weldoordachtheid die hij ook aan moderne poëzie stelt.
De vertaling is van de hand van Marko Fondse en Hero Hokwerda, die enkele jaren eerder reeds een uitvoerige keuze uit Vagenas’ eerdere poëzie presenteerden, onder de titelBiografie en andere gedichten.