Proza
Zomer 1922. Na een reeks beslissende nederlagen tegen de Turken trekt het Griekse leger zich terug uit Klein-Azië. Duizenden soldaten spoeden naar de kust. De doden laten ze achter zich, evenals hun dromen van een wereldrijk… en één gedoemde legereenheid, waarop blijkbaar een onherroepbare vloek rust: de eenheid raakt de weg kwijt en verdwaalt in de Anatolische woestijn. Het moreel van de officieren vervliegt; hun leider heeft de hoop op ontsnapping uit de woestijn reeds opgegeven en glijdt steeds verder af in een wanhoop die hij met morfine tracht te verdoven. Elke ochtend vinden ze mysterieuze communistische folders in het kampement. Een plotselinge golf van diefstallen blijft onopgelost. En de gedachten van iedere man richten zich meer en meer op die ene afschuwelijke daad die de brigade heeft gepleegd in een ogenblik van vertwijfeling.
Het tij lijkt te keren wanneer ze toevallig een dorp ontdekken, een Griekse nederzetting, door de oorlog onaangetast, waar zij denken veilig te kunnen kamperen. Maar hun Furies zijn de soldaten nog niet ontlopen: ze slepen ze mee in een primitieve idylle, die desastreuze gevolgen heeft voor zowel dorpeling als soldaat.
Panos Karnezis is in Griekenland geboren. In 1992 kwam hij naar Engeland en behaalde een graad in Creative Writing aan de University of East Anglia. In 2003 verscheen zijn bundel korte verhalen,Kleine schandalen (Een dag op Pegasus). De doolhof is zijn eerste roman.